‘Met oude mensen kun je niks meer beginnen.’ Dat vooroordeel is GZ-psycholoog Angela Onderwater vaak tegen gekomen. Zelf ziet ze het totaal anders: ‘Ouderen zijn een heel boeiende, diverse doelgroep. Zij hebben zoveel ervaringen en zijn daardoor geworden wie ze zijn. De verhalen zijn nooit kort. Ik vind het interessant de vaak complexe puzzel van zo’n heel leven te helpen leggen. Ook als er beperkingen bovenop komen, bijvoorbeeld hersenletsel.’
Iets kunnen betekenen voor iemand in zijn laatste levensfase. Proberen hem te motiveren weer meer welbevinden te ervaren ondanks een bepaalde beperking. ‘Dat is dankbaar werk’, vertelt Angela. ‘Het is de moeite als het lukt iemand die jarenlang aan een trauma heeft geleden daar vanaf te helpen. Zodat hij misschien nog vijf of tien jaar goed kan slapen, fijner kan leven.’
Ze vertelt dat ze van jongs af aan al geïnteresseerd is in menselijk gedrag, emoties en drijfveren. Wat zit daarachter? Tijdens een stage op een revalidatie-afdeling zag ze hoe hersenbeschadigingen álles in iemands leven kunnen beïnvloeden: lichaam, emoties, gedrag – letterlijk alles. Toen ze vervolgens colleges neuropsychologie kreeg van professor Erik Scherder werd ze alleen maar enthousiaster, vooral ook over ouder worden en dementie.
Als werkloze psycholoog deed Angela onbetaald werkervaring op in een verpleeghuis in Katwijk, waarna ze uiteindelijk een betaalde baan kreeg binnen de ouderenzorg. ‘Vervolgens was het zeven jaar wachten op een opleidingsplaats voor GZ-psycholoog.’
‘Geen dag is hetzelfde’, stelt Angela. ‘Als werkbegeleider van steeds twee GZ-psychologen in opleiding werk ik vaak samen op verschillende afdelingen:
Daarnaast werkt Angela op de specialistische afdelingen zoals die voor mensen met dementie en een zeer ernstige gedragsproblemen, de ziekte van Parkinson, geriatrische revalidatie en dementie op jonge leeftijd.
‘Een meneer had na een operatie in het ziekenhuis vanuit een delier ernstige nachtmerries gekregen. Hij kreeg antipsychotica en slaapmedicatie. Thuis werden de nachtmerries minder, maar na een nieuwe ziekenhuisopname door een CVA kwamen de nachtmerries in volle hevigheid terug. De medicatie werd steeds voortgezet. Hij kwam bij ons revalideren. Ik heb met hem een EMDR-sessie gedaan, een behandeling om trauma’s te verwerken. Daarna zijn de nachtmerries niet terug geweest en kon meneer zonder medicatie verder. Jammer dat het zo lang duurde voordat iemand aan een psycholoog dacht.’
Is er op een afdeling een probleem bij een bewoner dan roepen zorgcollega’s de hulp in van een psycholoog. ‘Dat gebeurt steeds tijdiger,’ valt Angela op. ‘Waarschijnlijk doordat we door de gedragsspreekuren sneller en laagdrempeliger betrokken worden.’
Verder ziet ze dat de zorgteams de laatste tijd mooie stappen maken. ‘Ze proberen dingen zelf op te lossen. Niet met medicatie, maar door hun eigen manier van benadering van de bewoner. Pas geleden was iemand één dag erg onrustig en legde het team direct zelf de link met de oorzaak: de kerstman die langs was geweest! Of lees ik in een dossier dat aan een bepaald probleem direct een zorgdoel wordt gekoppeld, observatie volgt en de casus meteen op de agenda van het gedragsspreekuur wordt gezet. De teams zijn steeds alerter en weten ons steeds beter te vinden.’
Op het gebied van probleemgedrag zetten de psychologen momenteel een scholing op voor alle zorgmedewerkers in de regio Zutphen. De regio Doetinchem is al geweest. ‘Denk aan methodisch werken bij probleemgedrag en achtergronden van dementie.’
Wat Angela moeilijk vindt in haar werk? ‘Dat ik niet genoeg tijd heb voor alles en dat ook de werkdruk in de teams zo hoog is. Want ik kan mooie interventies bedenken om iets als probleemgedrag te verminderen, zij moeten de tijd vinden om ze toe te passen. Ook bouw je samen met een zorgteam aan goede zorg, aan methodisch werken. Als dan door de hoge werkdruk en hoog ziekteverzuim het verloop gaat toenemen, doe je weer een paar stappen terug. Dat is wel eens frustrerend.’
Ook is het soms lastig te moeten accepteren dat niet alle probleemgedrag opgelost kan worden. ‘Dan heb je alles geprobeerd met elkaar maar moet je vaststellen dat een bewoner ondraaglijk lijdt en blijft lijden. Behandelaren, zorgteam en familie nemen dan wel eens deel aan een zogenoemd “moreel beraad” om er via een zorgvuldige manier van uitwisselen van meningen achter te komen of je niets hebt gemist. En wat we vervolgens kunnen doen om het lijden te verminderen.’
Het is zo belangrijk je af te vragen wat jouw leven waardevol maakt."
Over de positieve ontwikkelingen binnen de psychologie in de ouderenzorg zegt Angela: ‘Tegenwoordig zijn we meer en meer bezig met mensen te leren kijken naar hoe ze op een goede manier kunnen omgaan met hun beperkingen. Want die zijn niet altijd veranderbaar, soms gaat het ook om het leren accepteren. Dat kan de een beter dan de ander: je ziet mensen die bij de kleinste tegenslag totaal van slag zijn en anderen die stoïcijns doorgaan ondanks de meest ernstige ziektes en verliezen. Iedereen wordt anders oud.’
Ze sluit af: ‘Het is zo belangrijk je af te vragen wat jouw leven waardevol maakt. Daarom is het goed dat de ouderenzorg niet meer zoals vroeger vooral medisch georiënteerd is. Psychologisch welbevinden heeft een veel grotere rol gekregen.’